Meteo Service Forum

Achtergrondinformatie => Vraagbaak => Topic gestart door: Sven op vr 22 jun 2012 - 18:40

Titel: Cloud to ground / Cloud to cloud / Intracloud
Bericht door: Sven op vr 22 jun 2012 - 18:40
Gister was het weer een mooie onweersdag, maar het had stukken mooier geweest als alle ontladingen van het type cloud to ground waren. Vandaar ook mijn vraag.

Wat bepaalt of een onweersbui CG's of CC's produceert. Waarom produceert de ene onweersbui honderden cloud to ground ontladingen, en de ander nagenoeg alleen maar cloud to cloud of intra cloud ontladingen.
Titel: Cloud to ground / Cloud to cloud / Intracloud
Bericht door: zorba op vr 22 jun 2012 - 20:02
Ik heb even zitten googlen en kwam het onderstaande tegen. Flinke lap tekst! Wie aanvullingen heeft, graag!

Het is algemeen geaccepteerd door de wetenschap dat een onweerswolk een positieve bovenkant heeft en een negatieve onderkant. Over de reden waarom dit zo is zijn twee theorieën. De eerste heeft te maken met de druppels in de wolken. Wanneer water verdampt stijgt het naar de bovenkant van de wolk. Als de waterdamp kouder wordt condenseert het en vormt het druppeltjes. De massa van de druppeltjes is te groot om te blijven zweven en dus vallen ze naar beneden.

Hoog in de atmosfeer is er een soort van laag die de ionosfeer wordt genoemd. Daar bevindt zich een grote hoeveelheid positieve ionen. De ionen aan het aardoppervlak zijn negatief. Door het verschil in lading werkt er een elektrisch veld tussen de ionosfeer en het aardoppervlak. De druppeltjes vallen naar beneden en dus door het elektrische veld heen. Dit heeft tot gevolg dat de druppeltjes gepolariseerd raken: de bovenkant van de druppel wordt negatief en de onderkant positief. Tijdens het vallen komen ze andere negatieve en positieve druppeltjes tegen. De druppeltjes hebben een positieve onderkant en een negatieve onderkant. Hierdoor worden voornamelijk negatieve druppeltjes meegetrokken naar beneden. Want + en – trekken elkaar aan. De kans dat de druppel met negatieve druppeltjes botst, is groter dan dat die botst met positieve druppels. De zwaarder negatieve druppels zaken naar de onderkant van de wolk en de positieve blijven aan de bovenkant.

Een andere theorie gaat er van uit dat er lading gescheiden wordt in ijskristallen. Laboratoriumproeven hebben uitgewezen dat tijdens het bevriezen van druppels er positief geladen kristallen van de zich vormende ijsmantel rond de druppel loskomen. Ook tijdens botsingen tussen ijskristallen kan lading overgedragen worden. Een verklaring voor dit soort effecten werd in 1961 door Latham en Mason gepubliceerd. Latham en Mason beweren dat de koudste delen van een kristal de hoogste positieve lading hebben.

Bliksem van wolk naar wolk
Deze vorm van bliksem komt het allermeest voor van alle soorten die er zijn. Hierin zijn er twee verschillende varianten te onderscheiden. De eerst is de bliksem binnen een wolk zelf. Het verschil in lading tussen positief en negatief wordt steeds groter uiteindelijk slaat er dan een vonk over. Er stroomt daarbij een elektriciteit van de positief geladen bovenkant van de wolk naar de negatief geladen onderkant van de wolk.

Een andere mogelijkheid komt een stuk minder vaak voor. Het gaat hierbij om de bliksem tussen de twee naburige wolken. Het gaat hier om een ontlading tussen de positieve bovenkant van de ene wolk en de negatieve onderkant van de andere wolk. Deze vorm van bliksem vindt vooral plaats op veel grotere hoogten dan andere soorten bliksem en is daarom ook moeilijker te zien. Vooral 's nachts biedt zich de mogelijkheid voor om deze vorm van een grote afstand te kunnen waarnemen. De gevormde bliksems tussen wolken kunnen soms wel een lengte hebben van 100 kilometer.

Bliksem van wolk naar aarde
Ongeveer 20% van alle ontladingen vanuit de wolken bereikt de aarde. Van deze vorm zijn er vier verschillende varianten:
- negatief neerwaarts
- negatief opwaarts
- positief neerwaarts
- positief opwaarts
De verschillende soorten zijn hier op volgorde van links naar rechts te zien.

De negatief neerwaartse ontlading is de meest voorkomende van de vier. Het verloop van deze bliksem wordt volledig uitgelegd in het hoofdstuk: Hoe verloopt een blikseminslag?
De elektronenstroom is omlaag gericht en dus loopt de stroom omhoog. Er is een verbinding tussen de negatieve onderkant van de wolk en de positieve aarde. Een negatieve ontlading is over het algemeen een stuk minder gevaarlijker dan een positieve ontlading. Wel is deze bliksemsoort gevaarlijk omdat die in de wolk start.

De negatieve opwaartse ontlading komt een stuk minder vaak voor. Hij is heel herkenbaar, omdat in tegenstelling tot de vorige de zijtakken van de hoofdbaan omhoog lopen en niet omlaag. Deze vorm ontstaat eigenlijk alleen in hoge gebergtes of bij hoge torens en gebouwen. Als de onweersbui over die hoge gebergtes en gebouwen trekt dan kan de veldspanning zo hoog oplopen dat de voorontlading begint. De vangontlading (streamer) reikt al meteen tot in de onweersbui en het ontstaan van een stepped leader is dan ook niet nodig. Opwaartse ontladingen zijn een stuk minder krachtig omdat er al sprake is van een ontlading voordat er eigenlijk voldoende spanningsverschil in de wol is opgebouwd voor een ontlading.

Een positieve neerwaartse ontlading vindt voornamelijk bij koud weer plaats, omdat dan de wolken een stuk lager in de lucht hangen. Het is dit keer niet de negatieve onderkant van de wolk die voor de ontlading zorgt, maar de positieve bovenkant. Dit kan wanneer de positieve bovenkant onder invloed van luchtstroming wegdrijft van de negatieve onderkant. De elektronenstroom is hierbij omhoog gericht en dat betekend dat de stroom richting aarde gaat en bij inslag ook een stuk gevaarlijker voor mensen is.

De positieve opwaartse ontlading is hetzelfde als bij de negatieve opwaartse ontlading met als enig verschil dat dit keer de streamer van het hoge punt zo hoog komt dat het wordt verbonden met de positieve bovenkant van de wolk. Ook hierbij is er weer de vertakking die omhoog gericht is. Op de foto hiernaast zie je een opwaartse ontlading bij de Eiffeltoren.

Bliksem van wolk naar lucht
De vorm van ontlading komt vrij weinig voor. Het komt voor wanneer een elektrische ontlading plaatsvindt tussen een opgebouwde lading binnen een Cumulonimbuswolk en een gebied met een tegenovergestelde lading in de omringende atmosfeer. Deze vorm van ontlading is een stuk minder krachtig dan alle andere vormen. Een enkele ontlading is genoeg om het verschil te herstellen en meerder deelontladingen zijn er ook niet.

Bliksem van wolk naar lucht doet zich gewoonlijk voor tussen de lucht en de positief geladen bovenste wolkdelen. Het is ook vaak zo dat wanneer er een ontlading van wolk naar aarde is er meestal in combinatie een ontlading van wolk naar lucht plaatsvindt. De ontlading van wolk naar lucht lijkt hier meestal op een zijtak.

Omdat bliksem van wolk naar lucht zich normaal bij de top van de Cumulonimbuswolk voordoet, kan hij van een behoorlijke afstand worden waargenomen. Wanneer bliksem van wolk naar lucht of bliksem van wolk naar wolk door wolken aan het gezicht wordt onttrokken, ziet de waarnemer alleen de flikkerende weerschijn ervan in de naburige wolken. Dit optische effect staat bekend als 'weerlicht'.

Klik hier (http://www.scholieren.com/werkstukken/34918) als je het hele werkstuk wilt lezen, het is nogal een lap tekst!
Titel: Cloud to ground / Cloud to cloud / Intracloud
Bericht door: Sven op vr 22 jun 2012 - 20:26
Mooi stuk maar vrijwel niets nieuws, er wordt beschreven hoe een ontlading tot stand komt. Maar er wordt niet in definitie gesproken waarom de ene bui wel veel CG's produceert en de andere niet. Heb zelf het idee dat het een zelfde raadsel is, als waarom de ene supercell wel tornado's produceert en de andere weer niet.