Luchtvochtigheid en dauwpunt berekenen

[Ramon Oost]

Luchtvochtigheid en dauwpunt berekenen.


De Relatieve luchtvochtigheid (RV) kan je heel makkelijk berekenen als je de Verzadigingsvochtigheid (VV) en de Absolute Luchtvochtigheid (AV) weet. Namelijk met de volgende formule:

AV : VV x 100 = RV

De verzadigingsvochtigheid geeft aan hoeveel gram waterdamp de lucht maximaal kan bevatten. Dit is afhankelijk van de temperatuur, hoe hoger de temperatuur hoe meer waterdamp het kan bevatten.

Hieronder kan je zien hoeveel waterdamp de lucht maximaal kan bevatten bij een bepaalde temperatuur.

Temperatuur:           Verzadigingsvochtigheid (VV):
5                               5,4 g/kg
7                               6,3 g/kg
9                               7,2 g/kg
11                             8,2 g/kg
13                             9,5 g/kg
15                             10,6 g/kg
17                             12,1 g/kg
19                             14,0 g/kg
21                             15,8 g/kg
23                             17,9 g/kg
25                             20,1 g/kg


Stel: het is 21 graden, de lucht kan in deze situatie maximaal 15,8 g/kg waterdamp bevatten, maar op dat moment is er slechts 9,2 g/kg waterdamp aanwezig. De RV is dan:

9,2 (AV) : 15,8 (VV) x 100 = 58,227 = 58%

Vervolgens kan je ook heel gemakkelijk het dauwpunt bepalen. Het dauwpunt is de temperatuur waarbij er condensatie op gaat treden. Voor het bepalen van het dauwpunt gebruiken we een mollier-diagram. Hieronder ze een versimpelde versie van een mollier-diagram. We gaan nu in stappen het dauwpunt bepalen bij de bovenstaande situatie.

Als eerste teken je de lijn vanaf de 21 graden tot aan de 58%.



Vervolgens trek je een lijn vanaf de 58% naar de 100%.

Deze afbeelding is tijdelijk niet beschikbaar

In de laatste stap trek je weer een lijn terug in de richting van de temperatuur as. De temperatuur die je als uitkomst krijgt is het dauwpunt. Dat is in dit geval dus 12,5 graden.



© Meteo-service, Ramon Oost

[Sven]

Hoe zit het met de hoogte? Je hebt altijd lucht met vocht erin, hoe veel is alleen de vraag en mooi te berekenen aan het geen jij geschreven hebt. Alleen stel het is 30 graden overdag, er stroomt vanaf zee vochtige lucht binnen, de lucht stijgt op, er is een dauwpunt van 21 graden berekent. Het heeft de hoogte bereikt waarop de temperatuur 21 graden is, gaat het dan vanaf dat punt condenseren, en dus wolken vormen?

Ik snap het niet echt, of wel gezien het geen hierboven. Maar het blijft me onduidelijk, er zit altijd vocht in de lucht er is altijd een dauwpunt. Waarom condenseert de lucht wel (wolken vorming) op sommige dagen, en waarom op andere weer niet? Licht dat aan de hoeveelheid vocht?

[Ramon Oost]

Hoe zit het met de hoogte? Je hebt altijd lucht met vocht erin, hoe veel is alleen de vraag en mooi te berekenen aan het geen jij geschreven hebt. Alleen stel het is 30 graden overdag, er stroomt vanaf zee vochtige lucht binnen, de lucht stijgt op, er is een dauwpunt van 21 graden berekent. Het heeft de hoogte bereikt waarop de temperatuur 21 graden is, gaat het dan vanaf dat punt condenseren, en dus wolken vormen?

Ik snap het niet echt, of wel gezien het geen hierboven. Maar het blijft me onduidelijk, er zit altijd vocht in de lucht er is altijd een dauwpunt. Waarom condenseert de lucht wel (wolken vorming) op sommige dagen, en waarom op andere weer niet? Licht dat aan de hoeveelheid vocht?

Het dauwpunt wordt gebruikt voor het berekenen van de wolken basis. Stel het is 30 graden met een dauwpunt van 21 graden. Warme lucht stijgt op en komt in een koudere lucht terecht. Als het dauwpunt hoog is condenseert de lucht sneller en er ontstaan wolken. Op sommige dagen is het dauwpunt lager omdat de Relatieve luchtvochtigheid lager is. De lucht condenseert dan minder snel en er vormen geen of nauwelijks wolken.

Ik hoop dat je het nu beter begrijpt anders hoor ik het wel.