Winter 2021: een aaneenschakeling van gemiste kansen

Topic gezien door 734 bezoekers
Gestart door TMCThomas, do 28 jan 2021 - 12:22

Vorige topic - Volgende topic

0 leden en 1 gast bekijken dit topic.

TMCThomas

Winter 2021: een aaneenschakeling van gemiste kansen


Foto gemaakt door Ton Wesselius - Roelofarendsveen - Het zicht op winterweer wordt door lagedrukgebieden en regen steeds vertroebeld.

Dat deze winter tot nu toe de winter van 'net niet' is, weten we al een tijdje. Maar als je het allemaal nog wat beter in perspectief plaatst, is het misschien ook wel de grootste gemiste kans ooit.
In het voetbal zou je zeggen: de volledige wedstrijd speelde zich op de helft van de tegenstander af, maar er stond een keeper die niets doorliet, ondanks de vaak oogstrelende combinaties die er op het veld te zien waren. En die keeper was waarschijnlijk het veel warmere dan normale water op het noordelijke deel van de Atlantische oceaan. In samenwerking met de La Niña van dit moment (de koude zeestroom langs de evenaar tussen Zuid-Amerika en Indonesië) werd op de Grote Oceaan het ene na het andere lagedrukgebied op de rails gezet dat via het midden en zuiden van de VS richting de Atlantische Oceaan trok en de druk van zachte lucht er bij ons voortdurend op hield. Veel gebieden in het zuiden van de VS beleven op dit moment dan ook een erg natte winter.

Koude lucht moet van de Noordpool kunnen ontsnappen
Zoals we de afgelopen weken al hebben aangegeven, is het om het in onze omgeving winter te laten worden erg belangrijk dat koude, arctische lucht van de Noordpool kan ontsnappen. Dat lukt de ene winter beter dan de andere. Een maat voor de ontsnappingskans van koude lucht vanaf de Noordpool is de AO-index. Hoe negatiever die is, hoe hoger de luchtdruk boven het Noordpoolgebied en hoe groter de kans op uitbraken van kou naar het zuiden. Winters waarin de AO-index veel dagen negatief is, zijn in Nederland dan ook vaak de winters die een behoorlijk kouproductie laten zien.

Er is een lijstje gemaakt van winters die de meeste dagen een negatieve AO-index hadden, sinds 1950. Het lijstje wordt aangevoerd door de winter van 1970. Toen was de AO-index op 61 dagen negatief. Ook andere illustere winters staan er tussen, zoals 2010 (60 dagen), 1963 (56 dagen), 1996 (52 dagen) en 1986 (51 dagen). De huidige winter komt, zoals het er nu naar uitziet, op een aantal van 58 dagen met een negatieve AO-index uit, goed voor een derde plaats in dit bijzondere klassement.

Hoe meet je kouproductie in een winter?
Dan is de vraag natuurlijk waarom dit klassement bijzonder is? Om hierop een antwoord te kunnen geven, moeten we uitleggen hoe je de kouproductie van een winter meet. Daarvoor gebruiken we het zogenoemde Hellmann koudegetal. Je verkrijgt dit door voor alle dagen met een gemiddelde temperatuur (over de volle 24 uur) beneden het vriespunt, de verkregen waarden als punten bij elkaar op te tellen. Stel: de gemiddelde temperatuur ligt vandaag 1,4 graden onder nul over het hele etmaal, dan kunnen we een score van 1,4 punten noteren. Datzelfde doe je voor andere dagen met een negatieve gemiddelde temperatuur. Tel ze bij elkaar op en je krijgt het koudegetal.

Om te begrijpen hoe bijzonder de eerdergenoemde 14 winters zijn, hoef je alleen maar naar het gemiddelde koudegetal ervan te kijken, dat op 93,9 punten staat. De laatste keer dat we daar in Nederland tijdens een winter overheen gingen was in 2010. Die winter behaalde een totaalscore van 94,7 punten. Nu wordt dit lijstje behoorlijk beïnvloed door de winter van 1963 die in De Bilt 337,2 punten scoorde. Ook 1996 (150,5), 1986 (149,3) en 1970 (141,3) doen een flinke duit in het zakje. Er zitten ook mindere goden tussen, zoals 1977 (19,1 punten), 2001 (27,7) en 2006 (31,5). De echte uitschieter naar onderen is de huidige winter. We staan nu nog maar op 0,6 punten.

Deze winter heeft alle kansen gemist
Heel apart dus. De winter die op de derde plaats staat als het om het aantal dagen met een negatieve AO-index gaat en die wordt geflankeerd door de winters van 1963 (met 337,2 punten) en 2010 (met 94,7 punten), heeft zelf nog niet meer dan 0,6 punten in de strijd weten te brengen. Het geeft wel aan dat tot nu toe alle kansen eigenlijk gemist zijn. En dat wisten we natuurlijk ook allemaal al.

Zoals al gezegd, ligt de crux tot nu toe op de Grote Oceaan. We hebben het al vaker gehad over die bijzondere combinatie van een La Niña langs de evenaar en het veel warmere dan normale zeewater op de noordelijke Grote Oceaan. Zo'n combinatie is uniek en in mindere mate dan nu in het verleden maar twee keer eerder voorgekomen. Naar nu blijkt, is de invloed van dat warme zeewater aan de noordkant van de Grote Oceaan, dat we overigens ook de vorige winter hadden, zo groot dat de normaal ook grote invloed van La Niña er voor een groot deel mee teniet kan worden gedaan.

Zo werd het niets met de verwachte koude eerste helft van de winter. Het patroon dat we toen hadden, deed meer aan een El Niño, waarbij het warme water op de noordelijke Grote Oceaan wel thuishoort, dan aan een La Niña denken. En zelfs nu er een langdurige SSW is geweest die het drukpatroon in de tweede helft van de winter naar winterse configuraties had moeten duwen, lukt het nog steeds niet. Nog altijd zijn de lagedrukgebieden op de Oceaan te sterk.

Winter zien we alleen virtueel en op de lange termijn
Kansrijke drukverdelingen zijn er steeds wel, maar dan virtueel en op de wat langere termijn. Is het zover dat het echt moet gebeuren, dan zijn de scherpste randjes er wel vanaf. Zo ligt de wintergrens vandaag en morgen dichtbij, of net over het noordoosten, maar speelt het winterweer dat erbij hoort met veel sneeuw en lage temperaturen zich vrijwel geheel buiten Nederland af. In het weekend wordt het wel koud, maar dan valt de sneeuw voornamelijk in België. En zo tikt de tijd weg en glippen we overal steeds tussendoor en doorheen. Zonder dat er echt wat spectaculairs gebeurt.

Later volgende week winter? Uhm...
Voor laat volgende week staat, na een paar zachte dagen halverwege de week, een nieuwe inval van koude lucht op het programma. Ook dan ligt de grens met veel warmere lucht echter niet ver weg. Ik denk dat we nu wel aanvoelen wat er in de loop van de week met de verwachtingen gaat gebeuren.

Door: Reinout van den Born
Bron: weer.nl

Hector Pascal

Die laatste zin is precies hoe ik er ook over denk.
Nul bestaat niet.

Powered by EzPortal