Door tsunami geslagen wonden in Japans kuststadje nog vers

Topic gezien door 1322 bezoekers
Gestart door aloa, do 08 mrt 2012 - 19:44

Vorige topic - Volgende topic

0 leden en 1 gast bekijken dit topic.

aloa

Door tsunami geslagen wonden in Japans kuststadje nog vers


De kromme 71-jarige visser richt zijn blozende, verweerde gezicht naar de heuveltop, het hoogste punt van de begraafplaats. Met zwaar gemoed stapt hij omhoog, langs rijen grafstenen, in iedere hand een emmer water. Takayuki Sato verloor zijn vrouw en zijn moeder door de tsunami, die het schilderachtige vissersstadje Minamisanriku in maart vorig jaar wegvaagde. De lichamen van de vrouwen werden nooit gevonden. Toch komt hij hier om het familiegraf schoon te maken. Sato verloor ook zijn beste vriend, een tante, een oom, zijn huis en drie boten. Bijna alles uit zijn oude leven is verdwenen. "Ik ben bang om alleen te zijn", zegt hij, eenmaal bij het graf aangekomen, met een verlegen glimlach. "Ik begin over zoveel verschillende dingen te malen als ik alleen ben. Soms vraag ik me af of ik het wel volhoud."

Een jaar na de ramp is de diepe wond die het verlies van de overlevenden van de tsunami heeft geslagen nog altijd vers. De vloedgolf nam op 11 maart 2011 niet alleen geliefden mee - meer dan negentienduizend mensen verloren het leven - maar ook banen en de mogelijkheden om in een eigen onderhoud te voorzien verdwenen. Met de stadscentra werd ook het hart weggeslagen van de plekken waar mensen woonden, werkten en winkelden. De plannen voor de wederopbouw liggen klaar, de bevolking van het stadje wordt ondergebracht op de omliggende heuvels, maar dat maakt één ding alleen maar duidelijker: zoals het was, wordt het nooit meer. Het dal aan de voet van de begraafplaats, waar woningen en winkels voorheen gegroepeerd stonden, is verworden tot een weidse, kale vlakte, in dit seizoen bedekt door een laagje sneeuw. Hier en daar staan nog de lege, zwaar geschonden ruïnes van bouwwerken.

Overal langs de door de tsunami getroffen noordoostkust van Japan valt hetzelfde tafereel waar te nemen. Het puin is geruimd, maar de wederopbouw is nog niet begonnen, waardoor het landschap er desolaat bijligt. Tsunami's zijn deze Japanse kustregio niet vreemd. Minamisanriku alleen al heeft er de afgelopen 120 jaar vier te verduren gekregen. In 1960 kwamen hier 41 mensen om en werden huizen, waaronder dat van Sato, die toen 19 was, weggevaagd. Sato's familie bouwde destijds een nieuw huis nabij de zee, maar dat zal de visser deze keer niet doen. De meeste overlevenden delen deze gedachte en willen hogere grond opzoeken, ook als daarmee hun levenswijze verandert. Over tien jaar zal Minamisanriku 'totaal veranderd' zijn, zegt Osamu Takahashi, eigenaar van een eettentje dat vorige maand zijn deuren heropende in een tijdelijk winkelcentrum naast een modderig parkeerterrein. "De oude sfeer en de geschiedenis van het stadje zullen zijn verdwenen. Maar dit is ook een kans om onze stad opnieuw in te richten."

In de bouwplannen van het stadsbestuur worden diverse flatwijken in nabijgelegen beboste heuvels ingericht voor woningen, overheidskantoren en een ziekenhuis. Het is een moeilijk project, dat pas over vier tot vijf jaar zal zijn voltooid. De lager gelegen wijken worden enkele meters opgehoogd en komen achter een bijna negen meter hoge zeewal te liggen, die de bebouwing moet beschermen tegen de kracht van vloedgolven. Hier komen winkels, parken en visserijbedrijven. Deskundigen waarschuwen dat een dergelijke verspreiding van woonwijken leidt tot isolatie en een verlies aan gemeenschapsgevoel, met name onder bejaarden. De plannen gaan in tegen een landelijke trend, die wordt ingegeven door een vergrijzende en krimpende bevolking. Steden op het platteland streven een compactere stadsindeling na, terwijl Minamisanriku aan het tegenovergestelde werkt. De grootste economische uitdaging voor het stadje is het nieuw leven inblazen van de visserij. Negentig procent van de boten gingen verloren in de tsunami, tientallen vissers verloren het leven.

In het stadje is een groot tentachtig bouwwerk opgericht dat dienstdoet als tijdelijke vismarkt. Inmiddels wordt er weer op dagelijkse basis vis geveild. In een nabijgelegen pakhuis wordt ondertussen de laatste hand gelegd aan de eerste nieuwe vissersboot, een deur verder hameren timmerlieden op de romp van het volgende exemplaar. Sato heeft een verlaten schuit gevonden, die hij zelf voldoende heeft opgekalefaterd om nu en dan buitengaats te gaan. Door het gebrek aan werkgelegenheid blijft in het ongewisse hoeveel inwoners van het stadje in staat zullen zijn land te kopen of een hypotheek te krijgen voor een nieuwe woning. Velen gaan gebukt onder de leningen op hun oude woningen, die in het gunstigste geval de tsunami niet ongeschonden hebben doorstaan. Zelfs als de regering te hulp schiet met leningen tegen lage rentes is het maar de vraag of inwoners ooit in staat zullen zijn hun woning af te betalen.

Het grootste verlies blijft dat van omgekomen geliefden en de uitzichtloze strijd tegen de eenzaamheid, zoals Sato die levert. Steeds somberder roept hij bij het familiegraf, een lange rechthoekige zuil, de herinneringen aan de gebeurtenissen van die noodlottige dag op. Terwijl het tsunami-alarm loeide zochten zijn vrouw en moeder hun heil in het iets hoger gelegen huis van een oom. Sato snelde naar de haven om de nodige apparatuur in veiligheid te brengen en reed toen naar een nabijgelegen heuvel. Vandaar keek hij met afgrijzen toe hoe het donkere water het stadje voor zijn ogen verzwolg, huizen verpletterde en mensen die hun toevlucht op daken hadden gezocht meesleurde. Pas de volgende ochtend kon hij zich door het puin een weg banen naar het huis van zijn oom. Er was niets meer. Dagenlang toog hij naar de gymzaal van een school die was ingericht als evacuatiecentrum, in de hoop daar zijn familie aan te treffen. Uiteindelijk werden de lichamen van zijn tante en oom gevonden. Zijn vrouw en moeder behoren tot de drieduizend vermisten van wie niets meer is vernomen.

Om de eenzaamheid te verdrijven zoekt Sato in de haven het gezelschap van zijn kameraden en lacht hij met tientallen andere vissers. Hij woont nu bij het gezin van zijn zoon in een appartement op dertig minuten rijden van het stadje. Maar met niemand spreekt hij veel over de ramp. De tijd die hij met zijn 4-jarige kleindochter doorbrengt, biedt de meeste troost. "Om eerlijk te zijn wil ik weg van de zee", zegt hij. "Maar tegelijkertijd kan ik me niet losmaken van deze oceaan die mijn moeder en vrouw heeft verzwolgen. Als hun lichamen gevonden worden, brengt dat enige afsluiting. Zolang ze vermist worden, wil ik hier niet weg."

Nieuws.nl

Powered by EzPortal